Twintig miljoen doden

Boekbespreking: Legaal maar fataal

door Dick Bijl – Skepter 30.4 (2017)

DE laatste decennia sturen overheden wereldwijd, dus ook in Nederland, aan op hechtere samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteiten. Die integratie zou economische voordelen opleveren en, tegelijkertijd, de problemen die eruit voortvloeien prima kunnen beheersen. Het is een gedachte die in de jaren zeventig in de Verenigde Staten postvatte, een neoliberale politieke koers die zich kenmerkt door een terugtredende overheid met meer macht en invloed van de industrie, vooral van grote multinationale ondernemingen.

Nicholas Freudenberg, Distinguished Professor of Public Health aan de City University of New York School of Public Health, doet, ook al sinds de jaren zeventig, onderzoek naar de invloed van die grote multinationale ondernemingen op de volksgezondheid. In Legaal maar fataal laat hij zien hoe zes grote bedrijfstakken, op het gebied van voedingsmiddelen, tabak, geneesmiddelen, alcohol, auto’s en wapens, deze neoliberale ontwikkelingen vormgeven, aangrijpen en verder naar hun hand weten te zetten. De overeenkomsten tussen de industrieën zijn opmerkelijk.

Freudenberg toont aan dat deze industrieën een veel grotere invloed op de gezondheid van de hedendaagse mens hebben dan die van wetenschappers en beleidsmakers. Tegelijkertijd leidt het streven van die bedrijven naar winstmaximalisatie — via het stimuleren van de consumptie — tot een toenemende last van chronische ziekten, groeiende kosten voor gezondheidszorg, en vergrote kans op voortijdig overlijden. De producten van de genoemde zes industrietakken waren in 2010 volgens schattingen verantwoordelijk voor twintig miljoen sterfgevallen wereldwijd.

Bedrijven streven ernaar geld te verdienen en het rendement op hun investeringen te verhogen. Desnoods willen ze daarbij wel de hand lichten met de regels — dat is niet nieuw. Wat wel nieuw is, is de enorme en ongekende macht die moderne ondernemingen op wetenschappelijk, technisch, economisch, juridisch en politiek gebied hebben verworven. De afgelopen drie decennia heeft een netwerk van ondernemingen, brancheorganisaties, advocaten- en lobbykantoren en pr-bureaus zich met ambtenaren, wetenschappers en journalisten gevormd tot wat Freudenberg het consumptief-industrieel complex noemt. De organisaties die dit complex vormen, delen hun kennis en vaardigheden en vormen ons politieke bestel zodat het zo goed mogelijk voldoet aan hun wensen. Freudenberg stelt overigens uitdrukkelijk dat dit geen complex van criminelen is, of een samenzwering, maar een machtsconcentratie die het functioneren van de democratie bedreigt.

Legaal maar fataal bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt het probleem beschreven. De wereldwijde verspreiding van producten als tabak, alcohol en ongezonde voeding zijn belangrijke veroorzakers van ziekten. Veel voedingsmiddelen bevatten nogal wat vet, zout en suiker, en iedereen weet inmiddels dat het overmatig gebruik daarvan kan leiden tot onder meer overgewicht, hoge bloeddruk en suikerziekte. Vooral jongeren behoren tot de risicogroepen, en bedrijven proberen via internet en de sociale media die jongeren, buiten de ouders om, aan zich te binden en vervolgens levenslang vast te houden. Op scholen verspreiden fastfood- en frisdrankbedrijven lesmateriaal, boekkaften en schriften met hun merknaam er op.

Een nep-advertentie die in 2002 voor opschudding zorgde. (Illustratie: R.J. White)

De schadelijke invloed van de tabaksindustrie op de volksgezondheid zal bekend zijn: geschat wordt dat in de twintigste eeuw tabak zo’n honderd miljoen voortijdige sterfgevallen heeft veroorzaakt. Verwacht wordt dat de komende eeuw een miljard mensen voortijdig zullen overlijden door de tabak en ziek zullen worden door COPD, hart- en vaatziekten en kanker. Freudenberg vraagt zich af hoe het mogelijk is dat de tabaksindustrie nog steeds winst maakt terwijl er in de afgelopen eeuw meer mensen aan tabaksproducten zijn overleden dan in alle oorlogen tezamen. Waarom zijn de volksgezondheidsautoriteiten er niet in geslaagd om mensen beter te beschermen tegen ’s werelds belangrijkste seriemoordenaar? Freudenberg laat zien hoe effectief de tabakslobby de politieke macht beïnvloedt en hoe al het goedbedoelde volksgezondheidsbeleid daarmee teniet wordt gedaan.

Freudenberg besteedt ook aandacht aan de farmaceutische industrie. Enerzijds, zegt hij, zijn honderdduizenden levens gered door de moderne geneesmiddelen, maar anderzijds ontplooien de farmaceutische bedrijven constant activiteiten die de volksgezondheid ondermijnen. Lobbywerk van de industrie leidde ertoe dat geneesmiddelen in de Verenigde Staten versneld op de markt werden toegelaten; inmiddels weten we dat hoe sneller een geneesmiddel werd goedgekeurd, des te groter de kans dat het weer van de markt moet worden gehaald vanwege ernstige bijwerkingen. In Amerika veroorzaken geneesmiddelen jaarlijks honderdduizenden letsels en sterfgevallen, en daarmee behoort geneesmiddelengebruik tot de belangrijkste doodsoorzaken. Het verkeerd gebruik van geneesmiddelen zou, zo wordt geschat, een rol spelen bij 125.000 sterfgevallen per jaar en de Amerikaanse samenleving zeker driehonderd miljard dollar kosten.

Helder denken

Freudenberg ziet de moderne samenleving als een samenleving die niet meer helder kan denken. Eerst worden jaarlijks miljarden uitgegeven om mensen te verleiden ongezonde producten te kopen, vervolgens wordt een fractie daarvan uitgegeven om de schade te herstellen die ’s werelds meest geraffineerde marketeers hebben aangericht. Een dergelijk volksgezondheidsbeleid is gedoemd te mislukken.

Waar moeten de oplossingen vandaan komen? Freudenberg wijst op de Dick Bijl bestrijding van de schadelijke activiteiten van het bedrijfsleven in het verleden, zoals kinderarbeid. Maar er zijn ook hedendaagse voorbeelden, zegt hij, zoals fairtrade- en slowfoodorganisaties. Een aantrekkelijk aspect van deze alternatieven is dat ze zo concreet zijn: iedereen kan iets veranderen aan wat hij eet, drinkt of koopt. Maar een alternatieve ideologie, meent hij, moet hand in hand gaan met het blootleggen van de zwakke punten van het consumptief-industrieel complex, zoals het wijdverbreide bedrog en de manipulatie bij reclamecampagnes, lobby’s en pr-activiteiten. Duurzaamheid en respect voor de democratie zijn verdere voorwaarden voor alternatieve ideologieën.

In het laatste hoofdstuk schetst de auteur een toch wel hoopvol beeld voor een beweging die is opgewassen tegen de intimidatie van het consumptief-industrieel complex en die een alternatief kan bieden voor een toekomst van vroegtijdige sterfte en onnodige ziekten, een verslechterend milieu en een aangetaste democratie.

Nicholas Freudenberg: Legaal maar fataal: hoe de grote industrieën onze gezondheid bedreigen. Amersfoort: Lemniscaat; 2017, 400 pagina’s.

Uit: Skepter 30.4 (2017)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Dick Bijl is president van de International Society of Drug Bulletins en oud-hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin.